Strijd om electorale goudmijn

By Joost van Spanje

De vluchtelingencrisis en de aanslagen in Parijs. Gefundenes Fressen voor anti-immigratiepartijen. Dat de PVV profiteert is niet opmerkelijk. Dat VNL niet profiteert is wel opmerkelijk. Het lijkt erop dat PVV-leider Geert Wilders opnieuw een aanval op zijn monopoliepositie heeft afgeslagen.

 

“We hebben gezegd dat we er alles aan zullen doen om het huidige asielbeleid te stoppen. Dit hoort er ook bij.” VNL-oprichter Joram van Klaveren staat achter de aangifte van zijn partij tegen de staat. Afgelopen maand deed VNL-leider Bram Moszkowicz aangifte wegens opzettelijk benadelen van Nederland en onderdak bieden aan de vijand. Omdat Syrische asielzoekers worden binnengelaten.

De aangifte tekent de rare sprongen die nieuwe partijen wagen om media-aandacht te krijgen. De concurrentie om Kamerzetels is immers moordend. Bij de komende Tweede Kamerverkiezingen –in 2016 of 2017– zal een aantal nieuwelingen meedingen. Zoals bij elk van de vorige edities. Sinds 1948 hebben 159 partijen voor een eerste maal op het stembiljet gestaan bij Tweede Kamerverkiezingen.

Bij de recentste verkiezingen, in 2012, waren dit er zes. Slechts een van de zes, 50Plus, haalde de kiesdrempel. Deze matige score past in een historisch patroon van falen van nieuwe partijen: van de 159 nieuwelingen sinds 1948 veroverden er slechts 16 bij hun debuut een zetel. Liefst  90% faalde. Ondanks dat de kiesdrempel met 0,67% (sinds 1956) vrijwel nergens ter wereld zo laag is als hier.

Het ziet er dus slecht uit voor Moszkowicz cum suis. En ook voor Hero Brinkman, die het opnieuw probeert. Brinkmans partij behaalde in 2012 slechts 0,08%. Die score was toevallig de mediaan van de 159 nieuwe partijen sinds 1948. Met andere woorden: 79 partijen haalden een hoger percentage dan dat en 79 scoorden nog slechter. Voor een zetel zijn acht maal zoveel stemmen vereist.

Onder die nieuwe partijen zijn er diverse soorten. Verscheidene zeer linkse en zeer rechtse splinters hebben een poging gewaagd, evenals een aantal religieuze partijen, ouderenpartijen en lijsten van personen zoals de Lijst Ratelband. Verder is er nog een aantal vreemde eenden in de bijt geweest zoals de Partij tot Likwidatie van Nederland, Kleine Partij, Loesje en de Partij Geluk voor Iedereen.

Enig houvast voor Moszkowicz biedt het feit dat een bepaald soort nieuwe partijen het goed doet: anti-immigratiepartijen. Afgezien van het CDA – een fusie van drie middelgrote partijen – waren de succesvolste van alle 159 novieten bij Tweede Kamerverkiezingen de Lijst Pim Fortuyn (LPF) en de PVV. Voor zover Moszkowicz tegen immigratie mobiliseert hoort ook zijn partij, VNL, tot dit rijtje.

Vergeleken bij LPF en PVV destijds heeft VNL echter een nadeel: er is al een anti-immigratiepartij. De leider ervan, Wilders, maakt zelden een tactische fout. Hij bewaakt zijn monopoliepositie met alle middelen. Zo beweert oud-PVV’er Jhim van Bemmel dat Wilders in 2012 Rutte-I ten val bracht om Brinkmans plannen voor een concurrerende partij te dwarsbomen. Zou kunnen, gezien de belangen.

Wilders is al jaren steeds bezig met aanvallen afslaan. Naast Brinkman versloeg hij EénNL van Marco Pastors (0,6% in 2006), Lijst Vijf Fortuyn van Olaf Stuger (0,2% in 2006), Partij voor Nederland van Hilbrand Nawijn (0,1% in 2006) en Trots op Nederland van Rita Verdonk (0,6% in 2010). Voorlopig is hij ook de VVD te slim af, die eveneens electoraal lijkt te willen scoren met immigratiekwesties.

Het zijn opmerkelijke prestaties: zowel de uitzonderlijke score als nieuwe partij in 2006 als de zeges op gevestigde namen als Pastors en Verdonk. Intussen is de PVV wel kwetsbaar geworden vanwege haar geïsoleerde positie. Vorige maand herhaalde CDA-leider Sybrand Buma nooit met haar te gaan regeren. Dit kan kiezers die de grenzen willen sluiten voor een andere optie doen kiezen – zoals VNL.

Veeg teken voor VNL is dat ze niet groeit nu de omstandigheden uitstekend zijn; een aanwijzing dat potentiele kiezers de partij niet kennen, of dat ze VNL niet effectief of legitiem vinden –voorwaarden voor groei. De mediaverslaggeving van Moszkowiczs aangifte deed de effectiviteit en legitimiteit van VNL vast geen goed: de aangifte werd weggezet als “kansloos” (Sp!ts) en “waanzinnig” (Volkskrant).

De PVV groeit juist wel in de peilingen. Blijkbaar vinden potentiele kiezers die partij, ondanks Buma’s woorden, nog steeds effectief en legitiem. Bovendien is de PVV ‘eigenaar’ van beleidskwesties rond immigratie en integratie. Voorlopig ziet het er niet naar uit dat VNL of VVD die eigendom kan stelen. Ook vanwege het tweede Wildersproces in 2016 – een garantie voor bevestiging van zijn eigendom.

Met ‘eigendom’ van een beleidsonderwerp wordt meestal een van twee zaken bedoeld: ofwel dat kiezers het beleidsonderwerp het vaakst met die partij in verband brengen; ofwel dat kiezers vinden dat die partij op dat beleidsterrein het competentst is. Voor de PVV geldt zowel dat veel kiezers haar in verband brengen met immigratie als dat velen het in grote lijnen eens zijn met haar harde aanpak.

Hierdoor kan de PVV profiteren van het volgende mechanisme: doordat nieuwsmedia berichten over vluchtelingen en aanslagen denken kiezers vaker aan immigratiekwesties, doordat kiezers er vaker aan denken evalueren ze partijen ook meer op basis van die kwesties, en doordat de PVV eigenaar is van die kwesties stemmen kiezers vaker op die partij – voor zover ze het met de PVV eens zijn.

Een electorale goudmijn. De zwaarbevochten eigendom ervan laat Wilders zich niet gauw afnemen.

 

This column also appeared on joop.nl.